Groep 3

woensdag 24 april 2024

Veilig Leren Lezen

Groep 3 is begonnen aan kern 9. Uw kind kan uit steeds meer boeken kiezen om lekker te lezen!

Thema kern 9: Hoe kan dat?
In het ankerverhaal ‘De limonadefontein’ merken Lies en Eus dat het licht van de buitenschoolse opvang niet werkt en even later komt er geen water meer uit de kraan. Hoe kan dat? In deze kern leren de kinderen allerlei zaken over techniek, doen ze zelf proefjes en schrijven daarover ook een verslagje. Ze leren woorden als: het apparaat, de buis, de elektriciteit, de vonk, de storing, de magneet en het gereedschap.

Woordtypen in kern 9: lezen en spellen
De nieuwe woordtypen die de kinderen leren lezen in kern 9 zijn:

  • samengestelde woorden van twee lettergrepen met letterclusters, zoals: hijskraan;
  • woorden van één lettergreep met een cluster van drie medeklinkers vooraan of achteraan, zoals: strik en markt;
  • woorden van één lettergreep die eindigen op -aai, -ooi of -oei, zoals: haai, kooi en roei;
  • woorden van twee lettergrepen die eindigen op -e, zoals: korte;
  • woorden van twee lettergrepen die eindigen op -en, -er of -el, zoals: bloemen, tijger en mantel;
  • woorden van twee lettergrepen met in het midden twee dezelfde medeklinkers, zoals: takken;
  • woorden van twee lettergrepen met het voorvoegsel be-, ge- of ver-: betaal, gezien en vertel.

De leerlingen die werken met zon-materialen leren de volgende woordtypen lezen:

  • woorden van twee lettergrepen die eindigen op -end, zoals: spannend;
  • woorden van twee lettergrepen die beginnen met me- of te-, waarbij de klemtoon ligt op de tweede lettergreep, zoals: mevrouw, terug;
  • woorden van één of twee lettergrepen die beginnen met th- of wr-, zoals: thee en wrijven;
  • woorden met de letter ‘i’ die wordt uitgesproken als /ie/, zoals: piloot;
  • woorden van drie lettergrepen die eindigen op -etje, zoals: bloemetje.

Spelling
We herhalen de woordtypen die in de vorige kern werden geoefend met spelling, zodat ze aan het eind van de kern worden beheerst:

  • woorden van één lettergreep die beginnen met of eindigen op twee medeklinkers, zoals: stal en wesp;
  • eenvoudige samenstellingen van twee lettergrepen, zoals: zakmes en voetbal;
  • woorden van één lettergreep die beginnen met sch- ,zoals: schaap;
  • woorden van één lettergreep die eindigen op -ng, zoals: bang;
  • woorden van één lettergreep die eindigen op -nk, zoals: bank.

Verder oefenen we met het spellen van de woordtypen die de kinderen leren lezen, waaronder ook woorden van één lettergreep die eindigen op twee medeklinkers met een tussenklank (kleefletter), zoals: half, wilg, melk, helm, tulp, slurf, berg, vork, warm, harp en hoorn. De kinderen leren dat die letters aan elkaar ‘kleven’ en dat ze er geen letter tussen moeten schrijven. Het is dus ‘melk’ (en niet ‘melluk’).

Begrijpend lezen
Sinds kern 7 besteden we met regelmaat aandacht aan begrijpend lezen. De kinderen lezen korte tekstjes en leren na te denken over de inhoud, onder andere door zichzelf vragen te stellen en ook stil te staan bij de betekenis van de verwijswoorden (hij, zij, zijn, haar, hem, enzovoorts).

Leesbevordering
We gunnen alle kinderen plezier in lezen, dat is een van de belangrijkste doelen die we nastreven. Er is daarom regelmatig aandacht voor vrij lezen en praten over boeken. In de Bieb in de oefensoftware kunnen de kinderen vragen beantwoorden over de boeken die ze hebben gelezen, ook boeken die ze eventueel thuis hebben gelezen. Dit zijn geen controlevragen, maar vragen om de leeservaring van kinderen te verdiepen. De antwoorden op deze vragen kunnen aanleiding zijn voor een klassengesprek over boeken.

 

Kanjertraining – motor en benzinepomp

Met de Kanjertraining leren we de kinderen dat alles wat aandacht (benzine) krijgt groeit. Vervelend gedrag (motor) blijft doorgaan en krijgt status als kinderen meelachen en erbij gaan staan. We maken kinderen bewust van de benzine die ze (vaak onbedoeld) geven aan gedrag dat niet prettig of storend is. Zo leren kinderen sociale verantwoordelijkheid te nemen en ervoor te kiezen om geen benzine te geven.

De kinderen leren dat – wanneer ze geen aandacht geven aan vervelend gedrag en geen meeloopgedrag vertonen – de kans groot is, dat vervelend gedrag uiteindelijk uitdooft.

Delen via